De Rosmolen van De Breuckhofstede was een roskorenmolen op het erf van deze hoeve aan de Brugse Baan nr. 14 (105de Begin). Hij werd gebouwd voor 1834 (toen de Pottelsberge André en zussen uit Wetteren eigenaar waren het hof) en herbouwd in 1873 (toen de Ghellinck de Walle Maurice uit Wondelgem eigenaar was). Charles Boddez baatte de hoeve in 1873 uit.
Bij de herbouw in 1873 was de rosmolen van he type manege, geplaatst buiten, naast de grote schuur.
De rosmolen werd voor 1940 verwijderd.
Lieven DENEWET & Ronny VANDAELE
Bouwkundige beschrijving van de De Breuckhofstede (Patricia Van Vlaenderen, Agentschap Onroerend Erfgoed, 2012).
Achterin gelegen historische hoeve zogenaamd "DEBREUCK HOFSTEDE" zie houten bord. Oorspronkelijk omwalde hoeve met losse bestanddelen rond een deels tot moestuin hervormd, deels verhard erf en toegankelijk via een rechte, geasfalteerde oprit.
Historiek.
Het boerenhuis klimt volgens zegsman op tot 1611. De naam zou afkomstig zijn van Isabella Debrusch, in de ommeloper van 1686 opgetekend als eigenares. Ook nog "Ganzenhof" genoemd. De hoeve staat afgebeeld op een 18de-eeuwse kaart en de Ferrariskaart (1770-1778) met twee langwerpige volumes op L-vormige plattegrond en een klein gebouw op het erf. Gelegen binnen een vierkante omwalling met toegang in het westen, op de Ferrariskaart (1770-1778) via een rechte dreef, ten noorden van het woonhuis ligt een moestuin. Bij de opmaak van het primitief kadaster (circa 1830) is de eigenaar weduwe d'hane de Steenhuyze, een rentenierster uit Gent. In 1874 registreert het kadaster, eigenaar is nu Maurice de Ghellinck-Dewalle uit Wondelgem, de aanwezigheid van een rosmolen als onderdeel van de grote schuur. De rosmolen wordt in 1940 niet meer vermeld.
Beschrijving.
Lage bestanddelen in verankerde baksteen onder zadeldaken (Vlaamse pannen). Ten noorden van het erf een langgestrekt, witbeschilderd boerenhuis met geïncorporeerde stalling boven een gepekte plint met rechts een hoge opkamer van twee traveeën. Zadeldak met tweemaal verspringende nokhoogte en klimmende dakkapel boven het woongedeelte en twee laadvensters boven de stal. Steunberen en betraliede kelderopening bij de opkamer. Voorts aangepaste muuropeningen. Rechterzijgevel met twee rondbogige zoldervensters. Tegen de achtergevel een aanpalend bakhuis met latrine tegen de eindgevel. Ten oosten van het erf een monumentale, dubbele dwarsschuur met wagenhuis met verhoogde poorten. Steunberen tegen de linkerzijgevel, achtergevel met sporen van dichtgemetselde wagenhuispoorten onder houten latei. Interieur met kopbalkgebinte gesteund door standjukken. Bakstenen stoep langsheen de erfzijde van het woonhuis en de schuur. De walgracht is grotendeels bewaard aan noord-, oost- en zuidzijde uitlopend in de poel (vijver). Overige hoevegebouwen van recente datum, zonder specifieke kenmerken.
De historische boerderij werd op 5 oktober 2009 vastgesteld als bouwkundig erfgoed.
|