Graanmolen Denutte
Nuyttens Molen
De Nudts
nabij hoek Harelbekestraat
500 m W v.d. kerk
kadasterperceel C51
De graanmolen Denutte (er bestond in Deerlijk ook een oliemolen Denutte) was een houten graanwindmolen die tussen 1825 en 1834 werd opgericht aan de huidige Kortrijkse Heerweg nr. 5, nabij de hoek met de Harelbekestraat.
Naast de windmolen werd in 1855 een graanrosmolen gebouwd, om ook in windstille perioden te kunnen malen.
Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Droesbeke Jacques, de kinderen, kooplieden te Waregem
- 27.11.1836, efenis: Droesbeke François Dominique, handelaar te Harelbeke
- 31.07.1841, deling: Ottevaere-Vanhoenacker Carolus, herbergier te Waregem (notaris Storms)
- later, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van Carolus Ottevaere)
- 08.10.1851, verkoop: Vercruysse-Bracq Ferdinand Jacob, eigenaar te Kortrijk (notaris Storms)
- na 1873, mutatie: a) Vercruysse Astère, eigenaar te Gent en b) Hyde-Vercruysse Gustaaf, eigenaar te Gent
- 09.07.1883, deling: Vercruysse-De Solart-Bracq Astère, eigenaar te Gent (notaris Verriest)
Blijkens een advertentie, verschenen in de Gazette van Kortrijk in de periode 8 januari-22 maart 1888 werd de molen te koop aangeboden. Hij werd dan het laatst gebruikt door de gebroeders Denutte.
De staakmolen werd in 1894 gesloopt en verplaatst naar Berchem (Kluisbergen), ter vervanging van de aldaar afgebrande Bettensmolen.
Zie verder: Berchem (Kluisbergen), Bettensmolen
Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
Torie Mulders (pseudoniem van Hector Vindevogel), "De windmolens tussen Schelde en Leie", in: Handelingen van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk, XXII, 1946-1948, p. 46-107 (94)(uitgegeven handschrift van 1931).
De Nudts of Nuyttens Molens stonden Westweerd juist buiten de plaats te Deerlijk van weerskanten den Kortrijkschen steenweg dicht aan "De Barakke".
Met het leggen van den steenweg Kaster-Harelbeke stond het stampkot te dichte, zoo dichte dat de moleneinden over den steenweg zwierden. Ze werd daarom in 1876 meer ter kouter geplaatst en na twee jaar afgebroken.
De graanwindmolen stond aan den anderen kant van de straat en wierd verkocht in 1883 om in Ruyen (O.-Vl.) (lees: Berchem (Kluisbergen)) weder opgebouwen te worden, ter plaats waar de molen te Ruyen (lees: Berchem (Kluisbergen)) afgebrand was.
Advertentie in de Gazette van Kortrijk, 8 januari - 22 maart 1888
Uit ter hand te koopen eene schoone en goede koornwindmolen met al zijne toebehoorten, staande te Deerlyk, bij de Droogte, laatst gebruikt door de gebroeders Denutte. Voor de voorwaarden zich te bevragen ter studie van den Notaris Verriest, te Deerlyk.
Gazette van Kortrijk, 8 januari - 22 maart 1888.
Torie Mulders (pseudoniem van Hector Vindevogel), "De windmolens tussen Schelde en Leie", in: Handelingen van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk, XXII, 1946-1948, p. 46-107 (94)(uitgegeven handschrift van 1931).
Pierre Mattelaer, De Deerlijkse Molens, in: Derlike, V, 1982, p. 42-79.
Pierre Mattelaer, De molens van Deerlijk, Deerlijk, 1993.
Herman Holemans, Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 2. Gemeenten D-G, Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1994.
G. Depamelaere, Deerlijkse molens en het landtbouck der prochie van Deerlick, in: Derlike, II, 1979-1980, p. 35-40;
L. Defraeye, Geschiedenis en Folklore van Deerlijk, Deerlijk, 1952.
P. Debrabandere, "Windmolens in de Gazette van Kortrijk, honderd jaar geleden", in: Het Leigegouwjte, Medelingenblad van De Leigegouw, Kortrijk, II? 1981, 3.
"Aankondigingen over windmolens in de "Gazette van Kortrijk" honderd jaar geleden", Molenecho's, X, 1982, 2, p. 74.
De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.