Molenzorg

Bevere (Oudenaarde), Oost-Vlaanderen


Tijdens de eerste wereldoorlog (coll. Ton Meesters, Breda)).
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

De Spriet
Sprietmolen

Ligging
Doornikse Heirweg
9700 Bevere (Oudenaarde)

oostzijde
ten N v.d. kruising met de Gentstraat
kadasterperceel A165


toon op kaart
Type
Stenen windmolen
Functie
Korenmolen, oliemolen
Gebouwd
voor 1775 / ca. 1920, hersteld
Verdwenen
1918, oorlogsschade / jaren 1920, storm / 1953, sloop romp
Beschrijving / geschiedenis

De Spriet of Sprietmolen was een stenen koren- en oliewindmolen aan de oostzijde van de Doornikse Heirweg, ten noorden van het kruispunt met de Gentstraat.

De locatie was reeds lang een aantrekkelijke vestigingsplaats was voor de inplanting van een windmolen.  Dat blijkt reeds uit het stadsplan van Van Deventer van Oudenaarde uit ca. 1560, waar ter hoogte van de huidige Fatimakapel, vlakbij de latere Sprietmolen, een staakmolen wordt aangeduid.

Op de zgn. Ferrariskaart (ca. 1773) zien we enkele tientallen meters meer noordwaarts het rood symbool van een stenen windmolen.

In de jaren 1820-‘30 was de molen in het bezit van de familie Waelkens: eerst Jacobus en later Auguste. Diens weduwe verkocht de molen in 1838 aan Pierre De Graeve. Die legde zich, naast het traditioneel malen van koren, ook toe op het verwerken van mout ten behoeve van de lokale brouwerijen.

Eigenaars na 1820:
- 1821, eigenaar: Waelkens Jacques
- voor 1834, eigenaar: Waelkens-Vananeghem Auguste, handelaar te Bevere-Oudenaarde
- later, erfenis: de weduwe, rentenierster te Oudenaarde (overlijden van Auguste Waelkens)
- 24.05.1838, verkoop: De Graeve Pierre, zonder beroep te Bevere-Oudenaarde (notaris Liefmans)
- 17.04.1851, verkoop: Van Rechem Pierre Antoine, eigenaar te Mullem (notaris Platteau)
- later, erfenis: De Meulemeester Lievin en consoorten, landbouwer te Pietegem
- 27.06.1860, deling: De Meulemeester Françoise Xavière, landbouwster te Mullem (notaris Devos)
- later, erfenis: Landrieu Désiré en consoorten, pastoor te Schorisse (overlijden van Françoise De Meulemeester)
- 12.12.1894, deling: Landrieu Désiré, landbouwer te Schorisse (notaris Landrieu)
- 15.02.1908, erfenis: de erfgenamen (ovelrijden van Désire Landrieu)
- 27.02.1909, erfenis: Landrieu-Van der Beken Henri, landbouwer te Heurn
- 14.07.1919, verkoop: a) De Langhe Gaston, b) De Langhe Emile, c) De Langhe Esther en d) De Langhe Anna, te Bevere-Oudenarde (notaris Van de Velde - de gebouwen van een steenen windmolen op grond van de verkooper)
- 26.12.1922, erfenis: (van de grond) a) Landrieu-Van der Beken Hendrik Gustaaf Alice August, de weduwe, zonder beroep te Heurne en b) Landrieu Ghislena Maria Ursula, zonder beroep te Heurne (overlijden van Henri Landrieu)

Op donderdag 20 maart 1851 werd de molen met de bijbehorende hoeve-herberg "De Vier Armen" verkocht aan Pierre Antoine Van Rechem uit Mullem. Door erfenis kwam de molen rond 1860 toe aan de familie De Meulemeester: Lieven (landbouwer te Petegem) en Françoise Xavière (landbouwster te Mullem). Zij hadden Jan de Waele als molenaar, die later naar Sint-Denijs-Boekel trok. De molen en de bijbehorende gebouwen  werden in 1894 geërfd door Désiré Landrieu, landbouwer te Schorisse en in 1909 door Henri Landrieu-Van der Beken, landbouwer te Heurne.

Op het einde van de eerste wereldoorlog, in 1918, werd de molen vernield. Toch werd de molen nog hersteld en weer in gebruik genomen. Door een onvoorziene windruk  sloeg de molen op hol waarbij de molenstaart in de lucht ging en de kap afgerukt werd. De jonge molenaar, die al ziekelijk was, was er zo van aangedaan dat hij er nog zieker van werd en stierf. De molenaarsfamilie ging elders wonen.

Een prentkaart van rond 1895 toont een panorama van Oudenaarde en een deel van Bevere vanuit het zuidoosten en laat in de verte de Sprietmolen zien. Net vooraan de molen is de hoeve zichtbaar.

De overgebleven hoevegebouwen en de gehavende molenromp werden in 1919 verkocht aan de landbouwers Gaston, Emile, Esther en Anna De Langhe. In 1921 bouwde de familie Van Innis uit Heurne de bestaande hoeve om tot een L-vormige gebouwencomplex, bestaande uit een woonhuis met nutsgebouwen zoals een bakoven, toilet, varkenstal, koestal en wagenstaanplaats. De molenromp werd in 1953 gesloopt.

Het voormalig molenaarshuis en het gebouw van de vroegere herberg zogenaamd "De Vier Armen" (confer kruispunt van de Gentstraat en de Doornikse Heerweg) bleven lange tijd bewaard en werden opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed.
Het was een donker bakstenen gebouw, schuin ingeplant, met dubbelhuisopstand en drie traveeën onder zadeldak, vooraan met vier linden. Achteraan aangebouwde lage gewitte dienstgebouwen en molenberg.

Het complex, totin de jaren 2000 nog altijd eigendom van de familie Van Innis, stond reeds verschillende jaren te vervallen en werd uiteindelijk in oktober 2005 afgebroken bij de voorbereidingswerken voor de woonverkaveling. Parallel hiermee werd de molenbelt afgegraven en de funderingen van de molenromp uitgebroken. Bij deze gelegenheid werd door ondergetekenden een archeologisch onderzoek uitgevoerd (zie bijlage).

Pedro PYPE & Iris LANGEN

Bijlagen

Torie Mulders (pseudoniem van Hector Vindevogel), "De windmolens tussen Schelde en Leie", in: Handelingen van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk, XXII, 1946-1948, p. 46-107 (59).
De Steenenmolen, in den hoek tusschen de straat naar Wanneghem en de steenweg naar Eine, is uitgebroken. De steenen kuip alleen stond er nog.
Ze werd na den oorlog geheel hersteld en was weder aan 't werk. Door eenen onvoorzienen windruk spon ze, steert in de wind, uit, en bewerd wordt dat de jonge mulder er zoodanig van aangedaan was, dat hij er zieker - hij was reeds onpasselijk - van werd en stierf.
De muldersfvamilie is elders gaan wonen.

Pedro PYPE & Iris LANGEN, Archeologische sporen van de "Sprietmolen" te Bevere-Oudenaarde", Molenecho's, XXXV, 2007, 3-4, p. 358-360.

In oktober 2005 werden de laatste visuele overblijfselen van de Sprietmolen, één van de 10 windmolens die Bevere ooit rijk was[1]afgegraven naar aanleiding van de inplanting van een woonverkaveling. Van de windmolen bleven tot op dat ogenblik slechts nog de molenbelt en de bakstenen funderingen zichtbaar. 

Nu verwijzen slechts nog de straatnaam "Windmolenstraat", de wijk "Molenkouter" en het toponiem "De Schorse" naar het rijke 19de-eeuwse molenpatrimonium van Bevere.

Molenhistorie

Dat de locatie reeds lang een aantrekkelijke vestigingsplaats was voor de inplanting van een windmolen blijkt reeds uit het stadsplan van Van Deventer van Oudenaarde uit ca. 1560, waar ter hoogte van de huidige Fatimakapel, vlakbij de latere Sprietmolen, een staakmolen wordt aangeduid.

Op de zgn. Ferrariskaart (ca. 1773)  zien we enkele tientallen meters meer noordwaarts een molen. De Sprietmolen was toen nog een houten oliemolen, die pas na 1830 werd omgevormd in een stenen olie- en graanmolen.

In de jaren 1820-‘30 was de molen in het bezit van de familie Waelkens: eerst Jacobus en later Auguste. Diens weduwe verkocht de molen in 1838 aan Pierre De Graeve. Die legde zich, naast het traditioneel malen van koren, ook toe op het verwerken van mout ten behoeve van de lokale brouwerijen.

Op donderdag 20 maart 1851 werd de molen met de bijbehorende hoeve-herberg "De Vier Armen" verkocht aan Pierre Antoine Van Rechem uit Mullem. Door erfenis kwam de molen rond 1860 toe aan de familie De Meulemeester: Lieven (landbouwer te Petegem) en Françoise Xavière (landbouwster te Mullem). Zij hadden Jan de Waele als molenaar, die later naar Sint-Denijs-Boekel trok. De molen en de bijbehorende gebouwen  werden in 1894 geërfd door Désiré Landrieu, landbouwer te Schorisse en in 1909 door Henri Landrieu-Van der Beken, landbouwer te Heurne[2].

Op het einde van de eerste wereldoorlog, in 1918, werd de molen vernield. Toch werd de molen nog hersteld en weer in gebruik genomen. Door een onvoorziene windruk  sloeg de molen op hol waarbij de molenstaart in de lucht ging en de kap afgerukt werd. De jonge molenaar, die al ziekelijk was, was er zo van aangedaan dat hij er nog zieker van werd en stierf. De molenaarsfamilie ging elders wonen.

In 1936 werd de resterende romp volledig afgebroken. 

Een prentkaart van rond 1895 toont een panorama van Oudenaarde en een deel van Bevere vanuit het zuidoosten en laat in de verte de Sprietmolen zien[3]. Net vooraan de molen is de hoeve zichtbaar. 

De overgebleven hoevegebouwen werden in 1919 verkocht aan de landbouwers Gaston, Emile, Esther en Anna De Langhe. In 1921 bouwde de familie Van Innis uit Heurne de bestaande hoeve om tot een L-vormige gebouwencomplex, bestaande uit een woonhuis met nutsgebouwen zoals een bakoven, toilet, varkenstal, koestal en wagenstaanplaats[4].

Het complex, tot voor kort nog altijd eigendom van de familie Van Innis, stond reeds verschillende jaren te vervallen en werd uiteindelijk in oktober 2005 afgebroken bij de voorbereidingswerken voor de woonverkaveling. Parallel hiermee werd de molenbelt afgegraven en de funderingen van de molenromp uitgebroken. 

Archeologische molensporen

Tot midden oktober 2005 bleven de bakstenen funderingen van de molenromp en de molenbelt gedeeltelijk zichtbaar. Het geheel bestaande uit het gebouwencomplex en de molenrestanten werd enkele jaren eerder opgenomen in de reeks "Bouwen door de eeuwen heen"[5].

Kort vóór de verdwijning was het mogelijk om deze restanten te fotograferen en enkele opmetingen te verrichten.

De bakstenen basis (rode baksteen 22,5 x 10 x 5,5cm) had een buitenwerkse diameter van 11,30 m en een muurdikte van 1 m. De fundering bleek aangelegd op een laag afbraakpuin bestaande uit baksteen, kalkmortelbrokken en fragmenten van bouwelementen in blauwsteen.

Door het systematisch "aanaarden" met zandleempakketten aan de buitenzijde van de rompfundering werd een molenbelt bekomen met een diameter van ruim 21 m.

Binnen de fundering was aan de oostelijke zijde, op 0.90 m van de binnenwand, nog de fundering van een massieve bakstenen basis met een diameter van 2,95 m aanwezig, afkomstig van een steenkoppel.

De bakstenen fundering van de molenromp tijdens de afbraak. Centraal is nog het bakstenen doodsbed van de kollergang zichtbaar.

Detail van de fundering met duidelijk het gebruik van recuperatiemateriaal. De zandige lagen aan de buitenzijde wijzen op de kunstmatige aanaarding van de belt.

In 1976 werd het complex opgenomen in de "Inventaris Bevere", een inventaris van oude hoevewoningen opgemaakt door Luc Lamont, op dat ogenblik leerling van het O.L.V.-College te Oudenaarde. Hij geeft een beschrijving van de toenmalige situatie met zelfs een zelfgetekend plannetje en enkele foto's[6]. Binnenin de romp, ter hoogte van de bakstenen basis, schetst hij nog een fragmentarisch bewaarde molensteen, die net vóór de verdwijning door de grondwerken reeds verplaatst bleek. De bovenkant van het fragment was voorzien van intense concentrische slijtagesporen.

Interessant is nog de vermelding van de aanwezigheid van drie volledige molenstenen, schuin geplaatst tegen de basis van de belt. Mogelijk werden ze hier geplaatst omdat ze versleten waren of na de afbraak van de romp in 1936.

Tijdens de sloop van het gebouwencomplex bleek een koppel oliepletstenen in blauwsteen (kollergang) en enkele losse stukken van een korenmaalsteen (Franse steen) nog altijd op dezelfde plaats aanwezig! 

De pletstenen hebben een diameter van 1,83 m, een dikte van 0,34 m en een gewicht van 2331,92 kg per steen. In het midden is een vierkante opening aangebracht met een zijde van 0,30 m voor de verbindingsas van beide stenen. Duidelijke concentrische sporen op de flanken en slijtagesporen op de kopse kanten wijzen op een duidelijk intens gebruik.

Op de flank van één van de stenen staan de initialen "VB" gebeiteld. Deze verwijzen mogelijk naar de verantwoordelijke steenhouwer.

Om te verhinderen dat de pletstenen zouden verdwijnen in het circuit van antieke bouwmaterialen, brachten we ze over naar de Mussestraat nr. 4 in Etikhove, waar ze intussen zijn opgesteld. Een tekstbordje verschaft de voorbijganger info over de geschiedenis van de Sprietmolen en de pletstenen. 

De pletstenen in situ te Bevere (2005)                                     De huidige opstelling in Etikhove, Mussestraat 4


[1] De tien windmolens van Bevere-Oudenaarde:
- De Snuifmolen, houten olie- en later korenmolen, kad. A 425, Zuid Meulekouter, vóór 1830 – puin 1918
- De Ruïne of De Hollander, achtkante stenen schors- en later korenmolen, kad. A 216, Deinzestraat, vóór 1821 - puin 1918/volledige afbraak 1960
- Den Heere, houten oliemolen, kad. A 211, Oude Doornikse Heerweg, vóór 1758 - afbraak 1912
- De Spriet, stenen olie- en korenmolen, kad. A 165, Gentstraat 140, vóór 1775 - in puin geschoten 1918
-  'Den Osse', stenen achtkante koren- en oliemolen, kad. A 419, Kortrijkstraat, vóór 1830 - puin 1918/afbraak romp 1965
- ‘t Schandael of ’t Torrekot, houten graan- en korenmolen op torenkot, kad. A 221, Molenkouter, 1749 - sloop 1898
-  De Kapellemolen, houten koren- en oliemolen, kad. A 247, Middelkouter, 1735 - puin 1918
-  Grotenkoutermolen, houten korenmolen, kad. A 350 Molenstraat, vóór 1821 – 1841
- Senesals molen, houten korenmolen, kad. A 392, Zuid Molenkouter, vóór 1830 – verplaatst naar Aaigem in 1874, aldaar ingestort in 1965
- Van Brabandts Moleken, houten koren- en oliemolen, kad. A 252, Middelkouter, 1876 - afbraak 1885.
Met dank aan de heer Walter Van den Branden (conservator Mola - Wachtebeke) en Lieven Denewet (Hooglede) voor het bezorgen van deze gegevens.

[2] Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster, III, arrondissementen Oudenaarde en Sint-Niklaas, in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XVI, 1962, 2, p. 5-6; J. VANDEPUTTE, De molens van het arrondissement Oudenaarde uit hun geschiedenis, Oudenaarde, 1974, p. 239-252; H. HOLEMANS, Oost-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990, I, Gemeenten A-B, Kinrooi, 1996, p. 78-79; De Vierschaar, N9, 5e jg., dec. 2003, p. 4-5.

[3] Gazette van Oudenaarde, IX, 1982, 11 (november).

[4] L. LAMONT, Inventaris "Bevere", Oudenaarde, 1976 (O.L.V.-College Oudenaarde, studiejaar 1975-1976), p. 51-52 en 98 (foto's).

[5] Bouwen door de eeuwen heen. Inventaris van het cultuurbezit in België. Architectuur. 15n1. Provincie Oost-Vlaanderen. Arrondissement Oudenaarde, Stad Oudenaarde met fusiegemeenten, Turnhout, 1996, p. 222 (Gentstraat nr. 140).

[6] L. LAMONT,  a.w., p. 51-52 en 98 (foto's).

Literatuur

Gedrukte bronnen
Gazette van Oudenaarde, IX, 1982, 11 (november).

Werken
Pedro Pype & Iris Langen, Archeologische sporen van de "Sprietmolen" te Bevere-Oudenaarde", Molenecho's, XXXV, 2007, 3-4, p. 358-360.
John Verpaalen, "De Sprietmolen in Bevere op de korrel genomen", Vlaamse Molens, zomer 2018, p. 4-13.
Vandeputte J.L.Th., De molens van het arrondissement Oudenaarde, Uit  hun geschiedenis, Oudenaarde, 1974, p. 246-247.
"Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Derde aflevering. De arrondissementen Oudenaarde en Sint-Niklaas", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XVI, 1962, 2 (Gent, 1963).
H. Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 6. Gemeenten 0-R", Opwijk, 2006.
Bogaert C., Lanclus K., Tack A. & Verbeeck M. 1996: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Oudenaarde, Stad Oudenaarde met fusiegemeenten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 15N1, Brussel - Turnhout, 1996.
Cyril Carton, "Oudenaarde op kaart. Een grondige analyse van de 16de-eeuwse kaart van Oudenaarde van Jacob van Deventer", Masterthesis Universiteit Gent, 2009-2010.
Marc De Smet & M. Versmessen, Herinneringen aan Bevere, Oudenaarde, 1978.
L. Lamont, Inventaris "Bevere", Oudenaarde, 1976 (O.L.V.-College Oudenaarde, studiejaar 1975-1976), p. 51-52 en 98 (foto's).Torie Mulders (pseudoniem van Hector Vindevogel), "De
windmolens tussen Schelde en Leie", in: Handelingen van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk, XXII, 1946-1948, p. 46-107 (59).

Prentkaart uit ca. 1895.
De overgebleven molenbelt net vóór de afgraving (2005)
Foto (close-up) uit de collectie van Ton Meesters, ca. 1914, mogelijk van de Sprietmolen

Mailberichten
John Verpaalen, Roosendaal, 24.09.2014, 29.05.2018, 30.08.2018.
Leo van der Drift, Den Haag, 30.05.2018
Ton Meesters, Breda, 30.05.2018.

 

 

Overige foto's

<p>De Spriet<br>Sprietmolen</p>

Prentkaart SBD. Links de Sprietmolen, midden Den Heere, rechts de Hollander. Verzameling Ons Molenheem

<p>De Spriet<br>Sprietmolen</p>

Fragment van deze prentkaart

<p>De Spriet<br>Sprietmolen</p>

Bij de sloop van de romp in 1953. Verzameling Ons Molenheem

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: zaterdag 1 september 2018

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens