De kinderen van François Janssens lieten in 1874 een klein houten graanwindmolentje bouwen in de Liefkemoreshoek.

Na een grenswijziging tussen de gemeenten Bredene en Oostende kwam de molen in 1897 op het grondgebied van Oostende te liggen.

Opeenvolgende eigenaars:
- 1874, opbouw: Janssens-Deridder François, de kinderen
- 1879, erfpacht: Pyra-Willems Clementius, duinenwachter te Bredene
- 17.11.1886, erfpacht: (van het gebouw) Pyra-D'Hoedt Clementius, duinenwachter te Bredene
- 19.02.1901, deling: (van de grond) Faider-Duquesne Amedée, de weduwe, eigenares te Elsene (notaris Termote)
- 11.04.1907, erfenis: (van het gebouw) a) Pyra Louisa Maria (voor 3/4), zonder beroep te Bredene en b) Pattyn Ferdinand (voor 1/4), zonder beroep te Bredene (overlijden van de weduwe Amedée Faider - de geïnteresseerden in deze mutatie verklaren dat de molen niet meer bestaat - bij de inschrijving van deze akte in de documenten van het kadaster wordt gemeld "ce moulin n'est pas démoli").

Volgens de documenten van het kadaster werd het molentje in 1920 gesloopt.

Herman Holemans

Herman Holemans, "Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 1. Gemeenten A-B", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1993.
Bredeniana. Jubuleumboek 900 jaar Bredene, Bredene, 1988.
K. Clybouw, 1030 jaar Bredene. Op zoek naar onze priorij, Zedelgem, 1989.
J.M. Cuypers, Bredense straatnamen, in Jaarboek Ter Cuere, 1994, p. 35-77.
R. Eeckhout, Zoeklicht op Bredene. Historische gegevens en wetenswaardigheden, Bredene, 1968
Jaarboek Heemkring "Ter Cuere", Bredene, 1994 -1995. D. Rotsaert, Toponymisch glossarium van Bredene. Van Aalstraat tot Zwin, in Bredeniana. Jubileumboek 900 jaar Bredene, Bredene, 1988.