Patershoekmolen
Moestmolen
westzijde
gehucht de Moest, het Kruiske
3,9 km NNO v.d. kerk
kadasterperceel B926
De Patershoekmolen was een houten korenwindmolen aan de westzijde van de Patershoekstraat (nr. 52), in het gehucht de Moest of het Kruisk-, op 3,9 km N-NO van de kerk van Belsele.
De staakmolen werd voor 1800 opgericht. Hij werd dan immers aan plaatsaanduiding gebruikt ("De Molen in de wijk den Moest") in de Gazette van Gend" van 6 en 16 oktober 1800.
Het was een eerder kleine staakmolen, maar toch uitgerust met twee steenkoppels.
We zien hem aangeduid op:
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1844) met het grondvlak van een staakmolen op teerlingen
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855) met een tekeningetje van eens taakmolen.
Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: D'Hooghe Victor, de weduwe te Belsele
- 1835, verkoop: D'Hooghe Charles Louis, moelnaar te Belsele
- 09.08.1838, verkoop: Heyndrickx Frans Antoon, molenaar te Sint-Niklaas en later te Belsele (notaris Verschelde)
- later, erfenis: Heyndrickx Petrus Antoon, molenaar te Waasmunster en consoorten (overlijden van Frans Antoon Heyndrickx)
- 30.05.1885, verkoop: Van Haelst Eduard, landbouwer te Sint-Niklaas (notaris Rogman)
Eduard Van Haelst liet rond 1888 een stoommaalderij ("vuurmolen") naast de windmolen bouwen.
De staakmolen werd in 1919 gesloopt.
Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
René Van Lierde, "Sint-Niklaas en zijn windmolens", in: Annalen van de Oudheidkundige Kring van het Land van Waas, LXXIII, 1970, afl. 2, p. 255-282 (271) (naar zijn handschrift uit 1934, gebeuren vanaf 1885)
Op "Patershoek", op de grens St. Nikolaas - St. Pauwels, links, stond ook nog eenen staakmolen, toebehorende aan de heer Frans Antoon Heyndrickx, later aan zijn zoon "Freer" (Frederik) met den baard. Het was maar een kleinen molen doch sterk gebouwd, met twee stenen en een schoone cliënteel.
De heer Frederik Heyndrickx, een oud jongman, verkocht den molen aan de heer Ed. Van Haelst, uit de gebuurte. Die heer heeft daar later eenen vuurmolen bijgeplaatst, en heeft den molen nogal lang uitgebaat, want ik herinner mij goed dat ik hem een bezoek bracht in 1898, en de molen dan nog in vollen gang was.
Er waren echter rond 1885 veel boerenstraten zonder kassei, en dit wilde wat zeggen.
Dicht bij, ten N.W. stond den molen van den "Ossenhoek" op tien minnuten afstand, doch op grondgebied Puyvelde-Belcele. Deze molen, zeer goed in staat, werd afgebroken en naar Puurs overgeplaatst.
Archieven en landkaarten
- Ferrariskaart (ca. 1775) (niet weergegeven)
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1844)
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855)Gedrukte bronnen
Gedrukte bronnen
Gazette van Gent", 06 en 16.10.1800, of 14 en 24 vendémiaire jaar IX
Werken
"Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Derde aflevering. De arrondissementen Oudenaarde en Sint-Niklaas", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XVI, 1962, 2 (Gent, 1963), p. 114.
Herman Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 1. Gemeenten A-B", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1996.
W. Smet, "Kijk op het Waasland", Nieuwkerken-Waas, 1976.
W. Smet, "De Windmolens in het Waasland", Nieuwkerken-Waas, 1974.
De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.