Windmolen Bex
Rond 1550 bekloeg molenaar Pieter Bex van de Bosmolen zich dat zijn watermolen, als voorlaatste op de B osbeek, vaak watertekort kende om het graan voor Maaseik en omliggende te malen.
In 1552 bekwam hij van de prinsbisschop van Luik de toelating om een windmolen op te richten binnen het rechtysgebied van zijn watermolen, even buiten de Bleumerpoort. Als vergoeding hiervoor moest hij jaarlijks 4 goudguldens betalen aan de rentmeester van de prinsbisschop.
De standaardmolen bestond in 1758 niet meer. In dat jaar vinden we immers het toponiem "het Moelenlandt waer de windtmoelen op gestaen heeft".
Herman HOLEMANS
"De Maaseiker molens", in: De Maaseikenaar, IV, 1973;
M. Hendrickx, "Molenonderzoek te Maaseik 1773", in: Limburg, XL, 1961, p. 109-110 - overgenomen in: De Belgische Molenaar, LVI, 1961, p. 204-206;
Herman Holemans & Werner Smet, "Limburgse watermolens. Kadastergegevens: 1844-1980", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1985;
Bert Van Doorslaer, "Met de stroom mee of tegen de wind in? Molens in Limburg", Borgloon/Rijkel, Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed, 1996.
De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.